Terug in de tijd

Het begon allemaal toen René en vader Piet De Bruijn naar Ahoy gingen in het jaar 1984 om naar de trekker trek te gaan dat daar gehouden werd. Zij waren meteen verkocht. De minipullerklasse was toen nog een demonstratiewedstrijd, waarbij men belangstellenden probeerde aan te sporen om ook een mini op de baan te brengen.

De Familie De Bruijn begon de volgende dag meteen met de plannen om een mini te bouwen. Eerst werd er geobserveerd bij de familie Van Strien, die de oprichters waren van de minipullerklasse. De volgende stap was het zoeken naar een motor. De keus viel uiteindelijk op een rover V8, 3,5 liter motor. Toen kon de bouw van de eerste trekker beginnen.

In 1985 kwam de trekker voor het eerst op de baan in Valkenswaard. De naam werd toen ook bekend: GOMPIE, afgeleid van de tv-serie "gompie". Een walrus met twee grote witte slagtanden. Met deze gompie werden ze derde op het Nederlands kampioenschap in de Flevohof in 1985.

Eind ’85 staken de mannen het kanaal over om in Engeland te kijken voor een sterkere motor. Hun keus viel op een Jaguarmotor. Maar omdat deze rechtstreeks uit een auto kwam en alles er nog op en aan zat dachten de mannen dat deze motor veel te zwaar zou zijn. De mannen besloten met lege handen terug te keren en reden nog een jaar verder met de rover V8. Halverwege 1986 ontmoette het gompieteam Chris de Graaf en deze Chris wist nog 3 Jaguar motoren te liggen. De mannen waagden de gok en kwamen begin ’87 op de baan met een Jaguar V12, 5,3 liter motor. Maar de standaardmotor bleek niet opgewassen te zijn tegen het andere minigeweld en werd daarom een goede middenmoter.

In ’89 ging het team over op een Continental 8 cil. Boxer, 12 liter motor, die bij de Tiran vandaan kwam. Het laatste halfjaar van de 2 jaar dat de Continental op de "gomp" lag werden hier nog turbo’s bijgebouwd.

In 1991 werd de grote stap gemaakt naar de nu zo populaire Rolls Royce Meteor M.K.4.b (V12). Deze motor werd ontdekt door het team in Bernay, waar deze bij een team lag. De keus was meteen gemaakt. Hiermee zou het gaan lukken. Het eerste jaar werd er met een bordeauxrode bolide gereden, waarna men overging op het zo bekende metallic groene met de nog bekendere koperen tank. Het team begon met deze motor met een planetair met er omheen een remschijf wat functioneerde als koppeling. Onder het rijden moest er voortdurend geremd worden om de trekker te doen laten rijden. Later werd dit systeem vervangen door een 3- plaats Crouwer-koppeling. De prestaties waren: verschillende podiumplekken met als hoogtepunt een derde plaats op het EK in ’96 in Finland, waar het gompieteam als underdog bestempeld was.

Ondanks deze prestaties wou het gompieteam meer. Daarom ging men het onmogelijke mogelijk proberen te maken. Een V12 met een blower. De bouw begon begin 1997 met het kaalmaken en het opnieuw opbouwen van de motor. Vanwege de vele tegenslagen kwam de trekker pas de een na laatste wedstrijd in ’97 op de baan. In Bakel werd er 84 meter op het afstandsbord gezet en het team was hier dik tevreden mee. Er werd nog een keer van outfit veranderd en de inlaatbak van aluminium werd vervangen door RVS.

Na enkele kinderziektes begint de gomp nu steeds beter te lopen. Dit uit zich ook in de prestaties en resultaten. De eerste keer dat de gompie eerste werd was in Zwolle in ’99 waar de gomp iedereen en alles voorbijvloog. In de Eurocup gaat het ook voorspoedig. Door onder andere de overwinningen in Bernay en Hörby en een tweede plaats in Windenhof heeft het gompie-team de Eurocup 1999 veroverd. Tweede werd Lambada VI die een punt te kort kwam op de gomp. Het europees kampioenschap werd een minder goede ervaring voor het team. Nadat de deense tractorpulling-bond een protest had ingediend, vanwege de gewichtsverdeling van de al dan niet aanwezige rollbar, moest rene het doen met zijn oude banden. Deze waren echter op en daarom kwam de gompie niet verder dan de vijfde plek. In het Nederlands kampioenschap werd de gompie derde. Al met al toch geen slecht jaar voor het team.

In de winter is men hard bezig geweest om een zowat totaal nieuwe trekker op te bouwen. Om te beginnen werd er een nieuw frame gemaakt van staal 52. Daarop bouwde het team een nieuwe motor. Ondanks dat het type motor exact hetzelfde is ondervond de motor toch enige veranderingen. De cilinderbanken werden verwijderd, en daarvoor in de plaats werden er stalen ringen geperst, waardoor de bussen rechtstreeks in het blok passen. Ook werden de glijdende tuimelaars vervangen door rollende. Ook werden de kleppen vervangen door lichtere en tevens werden er zwaardere kleppenveren ingezet. De overige veranderingen zijn het plaatsen van een rollbar (dat tegenwoordig verplicht is), een titanium bellhousing en twee ronde tanks in plaats van de kegelvormige.
Met deze veranderingen hoopt het gompieteam er dit jaar weer een winnend, maar vooral spectaculair seizoen van te maken.